Liturgie

Liturgie is een verzameling van symbolische en sacramentele handelingen en gebeden die we als gemeenschap willen vieren op een bijzondere wijze.

Deze gemeenschap van biddende mensen kan een individu zijn die zich gedragen voelt of zich verenigd met de kerkgemeenschap.

Het kunnen verschillende mensen samen zijn naar het woord van Jezus: waar twee of meer in mijn naam verenigd zijn ben ik in hun midden.

Ieder kan ook op zijn geëigende manier deelnemen aan liturgische viering.
Als cantor, misdienaar, lector, diaken, priester vormen we met het volk van God een gemeenschap.
Verbonden ook met allen de ons zijn voorgegaan en met het hemelse koor van engelen en heiligen krijgen we deel aan de hemelse liturgie van de aanbidding van het Lam.
Hoe we ons dit moeten voorstellen staat boven ons bevattingsvermogen maar dat het hemels zal zijn mogen we zeker van uit gaan.

Achter elke button hiernaast schuilt wat duiding en hulpmiddelen.

Het is zeker niet volledig, het wil enkel een hulpmiddel zijn voor mensen die op zoek gaan naar eenvoudige gebeden en hulpmiddelen om de liturgie waardig te vieren.

Het gebed van de Kerk:
of de liturgie van het kerkelijk gebed.

Bij de ontleding van het Griekse woord ‘liturgia’ wordt verwezen naar een openbare dienst – werk, een eredienst binnen de rooms-katholieke en oosterse tradities die volgens een bepaalde orde verloopt.

Zo spreken we over de liturgie van de eucharistie, de paasliturgie, de doop of huwelijks-liturgie maar ook van de liturgie van het kerkelijk gebed.

Dankgebed van de kerk: hand. 4,4,23-26
Na de vrijlating van Petrus en Johannes gingen ze naar hun eigen mensen en brachten verslag uit
van alles wat de hogepriesters en oudsten tegen hen hadden gezegd. Toen ze dat gehoord hadden, verhieven ze eensgezind hun stem tot God en zeiden: ‘Heer, U bent het, die hemel en aarde, de zee en al wat ze bevatten gemaakt hebt’(ps146); U bent het die bij monde van onze vader David, uw knecht, door de heilige Geest hebt gezegd:
‘Waarom snoeven de volkeren, maken de mensen zinloze plannen? De koningen van de aarde stellen zich op, de leiders spannen samen tegen de Heer en tegen zijn Gezalfde. (ps2)
Het gebed van de kerk is op de eerste plaats één groot dankgebed, omdat de Heer en schepper van het heelal de mens die hij liefheeft niet aan zijn lot overlaat maar hem vergezeld en bijstaat.
Reeds in de vroeg Christelijke gemeenschappen gebruikten men hiervoor de psalmen toegeschreven aan David. Ook nu nog vormen de psalmen samen met andere liederen (kantieken) uit het oude en nieuwe testament de basis ingrediënten van het kerkelijk gebed.

Op het ritme van de dag!
“Petrus en Johannes gingen eens naar de tempel op het uur van het gebed, het negende uur.”(hand.3,1) Het negende uur verwijst hier zeker naar Jezus op het kruis toen hij de geest gaf en het voorhangsel in de tempel midden door scheurde, maar het geeft ook aan dat er een zekere regelmaat bestond en nog steeds bestaat in het openbare gemeenschappelijk gebed.

Het huidige ‘brevier’-gebed (Brevier betekend kort) omsluit het ritme van de dag: Zo is er het ochtendgebed (lauden) die de overgang maakt van de nacht naar de nieuwe dag. Een dankzegging om de verkwikkende nacht en het toewijden van de nieuwe dag die we mogen ontvangen uit de hand van God. Het middaggebed is een rustpunt in de drukte van de dag en wil ons herinneren aan de toewijding die we ’s morgens hebben uitgesproken. Het avondgebed(vespers) is als het ware een scharniermoment tussen de drukte van de dag en het tot rustkomen in de avond. We danken de Heer om zijn zegeningen en kijken terug naar onze inspanningen om het rijk van God in deze wereld een kans te geven. Ten slotte is er de dagsluiting (completen) waarin we vergeving vragen voor de kansen die we hebben laten liggen en ons toevertrouwen aan de nacht onder Gods bescherming.
Zo tracht de mens die het kerkelijk getijdengebed bidt God een plaats te geven in zijn leven opdat God de mens niet zou loslaten maar deze begeleiden en beschermen.


De liturgische vernieuwing

De liturgische vernieuwingen rond het concilie gaat zeker niet alleen over de viering van de Eucharistie en de vormgeving van de vieringen rond de sacramenten. In de conciliedocumenten is er ook aandacht getoond voor het “goddelijk officie”. Het gaat hierbij niet over wetjes en regeltjes maar de klemtoon ligt op het primaire karakter van ‘gebedsdienst”, als gedachtenis van Gods grote werken, nauw verwant aan de viering van de eucharistie en aan de beleving van het liturgisch jaar en de sacramenten. Ook heeft het kerkelijk gebed een bemiddelende functie namelijk het aanbevelen van de noden van kerk en wereld.
Met Christus verbonden verkondigd de kerk, in de kracht van de Heilige Geest en “ijverig in het gebed” (Hand.2,42), van dag tot dag Gods heil naar het woord van de psalm: “Zingt voor de Heer en verheerlijk zijn Naam, verkondig zijn heil alle dagen” (Ps.96,2); zo erkent deze gemeenschap van mensen tevens haar afhankelijkheid en brengt zij haar eigen noden en die van allen waar mee ze is verbonden voor Gods aanschijn.
Voor allen die eerlijk voor God willen staan, dankbaar en bezorgd tegelijk, wil het kerkelijk gebed een handreiking zijn. Het volgt het ritme van de dag en de grote lijn van het jaar van Gods goedheid. Moge het getijdengebed van de kerk vele christen dichter brengen bij God en bij de mensen!

Kardinaal Daneels aan het woord

De originaliteit van christelijke liturgie

In de liturgie kun je de natuur van de Kerk ontdekken. Ze is er de openbaring van. Vooral de eucharistie ontsluiert de eigenheid van het Volk van God, de christelijke gemeenschap, het lichaam van Christus. Christelijke liturgie is gegrond in menselijke liturgie, maar ze overstijgt ze ook. Hoe?

Elk volk een eigen liturgie
Er bestaat geen volk zonder feesten, vieringen, herdenkingen. In dit collectieve gebeuren drukt de mensheid een diep verlangen uit naar iets dat haar overstijgt: haar vragen, haar dromen van vrede en harmonie. Christelijke liturgie is geworteld in deze menselijke en kosmische bodem. Ze deelt veel gebaren en betekenissen met de universele riten en symbolen van de mensheid. Maar in wat verschilt zij fundamenteel?
We kunnen de burgerlijke vieringen bij de 60ste verjaardag van de landing van de geallieerden in Normandië, in juni laatsleden, als voorbeeld nemen. Het werd een samenkomst van ontelbaar velen, zowel van deze als van gene zijde van de Oceaan, en van voor en achter de oude muur van haat. De emoties laaiden hoog op. Men viel elkaar om de hals in die vallei van tranen, die veranderd is in afgelijnde vierkanten grafzerkjes en heiligdommen. In een diep wederzijds respect vierden volkeren hun verzoening en hun gemeenschappelijk verlangen naar vrede. Dit alles gebeurde in een kosmisch decor: aan de rand van de zee, met vlaggen en vliegtuigen in de lucht, en op de aarde de herinnering aan het bloedvergieten. De zorg om de herinnering door te geven werd uitgedrukt door getuigenissen en een choreografie die de vergelijking met de grote Griekse tragedies kon weerstaan. In het hart van deze 'liturgie' (etymologisch: 'publieke dienst' door het volk en voor het volk), wordt het hart van de mens ten diepste bewogen tot zingeving en tot inzet voor de geschiedenis van de mensheid. De Westerse wereld vierde zijn eenheid door een symbolische gemeenschap van tientallen leiders van de Verenigde Naties, van de Verenigde Staten tot Rusland, en met een enthousiasme dat versterkt werd door dat van miljarden kijkers.
Naast deze burgerlijke vieringen heeft de Kerk ook haar liturgie gevierd. Ging het over een bescheiden kopie, een religieus gekleurde doublure? Over eenzelfde fundament, maar anders ingekleed?

Wat gedenken christenen?
De wondere dingen die God heeft gedaan. Ze zingen de lof van Hem die het leven heeft gegeven en die werkt in de geschiedenis. Ze houden de tekenen van Gods trouw jegens zijn volk in herinnering. Doorheen de geschiedenis heeft God nooit sterker gehandeld dan in het leven en in de woorden van zijn Zoon, gestorven voor ons en verrezen, 'eerstgeborene van een veelheid van broers en zussen.'
Het paasmysterie is de pool waarrond de herinnering van de christelijke gemeenschap tot stand komt. Het is onze 'D-day'. We beleven het niet in het verleden door de geschiedenis te reconstrueren, maar in het nu, in het vandaag van de liturgie - hodie. Als we het paasmysterie vandaag vieren, ontvangen we opnieuw heel de uitstorting van goedheid die we in de liturgie gestalte geven: we hebben werkelijk deel aan de bron van heil dank zij de heilige Geest.
Er is een verschil tussen gedenken - zich herinneren, het verleden actualiseren, zelfs als dat gebeurt om de geschiedenis te heroriënteren - en zich herinneren. In de christelijke liturgie is God de eerste, wij de tweede - wat niet betekent 'onbestaande'. God doet een beroep op onze vrijheid, maar we weten dat we niet in staat zijn ons leven zelf te maken. Onze liturgie begint op de eerste plaats met het beluisteren van de Openbaring - daarom begint ze altijd met een woorddienst… van God! - en ze gaat verder met lofprijzen en smeken. Daar worden we echter niet door geïnfantiliseerd. Met ons leven gaat het als met diamanten die je in volle zon legt. Hoe meer ze aan het licht worden blootgesteld, hoe meer ze schitteren, hoe meer ze 'diamanten' worden. Atheïsme komt voort vanuit een verpletterende perceptie van God en een filosofische onbekwaamheid om het bestaan van God samen te denken met dat van de mens. Voor een atheïst is het onmogelijk het respect voor de vrijheid van God te harmoniëren met het respect voor de vrijheid van de mens, voor de macht van God enerzijds, de medewerking van de mens anderzijds.
Als we het paasmysterie gedenken, delen wij in Christus' dood en verrijzenis, worden we zelf een levende offerande voor God. En het is de transformerende kracht van de heilige Geest die ons bekwaam maakt te werken opdat Gods Rijk zou komen.

Hoogtepunt en bron
Liturgie is 'hoogtepunt en bron' van het leven van de Kerk. In die zin is dit pastorale jaar het belangrijkste van de drie themajaren, omdat de verkondiging en de diaconie uitmonden in de liturgie en omgekeerd.
'Het hoogtepunt en de bron' wil niet zeggen dat de liturgie alles is. De twee andere dimensies van de Kerk zijn niet van ondergeschikt belang. Liturgie inspireert en voedt ze, maar ze maakt niet in haar eentje heel het leven van de Kerk uit. Dit leven puurt echter wel haar vitaliteit uit de vitaliteit van de liturgie.

Het werk van God
In de christelijke liturgie is God aan het werk. God is het subject van de viering. Niet wij komen samen om te vieren, God verzamelt ons. De klokken symboliseren dit. De klank van de klokken over de stad dient niet om het uur aan te geven, zoals de klokken van het belfort, maar om een roep te laten klinken die van veel hoger komt dan van ons. Onze houding in de liturgie is er dus een van beschikbaarheid om te ontvangen. We vieren niet onszelf. Er bestaat altijd een risico dat een gemeenschap eerder zichzelf viert, met al haar pijn en vreugde, dan wel God. Maar echte liturgie viert het handelen van God temidden van zijn volk. Daarom is ze altijd gefundeerd in de openbaring, en niet in de zelf-vertelling.

Lof en gratuitheid
Andere kenmerken van christelijke liturgie: ze is op de eerste plaats een lof aan God, een contemplatie die gevoed wordt door dankbaarheid. Ze is van de orde van bewondering, niet van doeltreffendheid. De mens wordt er helemaal naar buiten gekeerd, naar de Andere, en niet naar zichzelf of de gemeenschap. Haar dynamisme bestaat dus vooreerst uit het beluisteren van het Woord, het 'bewaren' ervan, en de herinnering aan de Openbaring te cultiveren tot in het dagdagelijkse bestaan.
De bewondering is niet 'nuttig'. Ze is een gave van de Geest. Liturgie is helemaal gratuit en heeft een bron dieper dan onszelf. Ze dient niet om onze batterijen weer op te laden of om catechese te geven aan de gemeenschap. Ze is van zichzelf herstellend en onderrichtend. Ze is van de orde van het spel. Als een spel ophoudt gratuit te zijn, houdt het op een spel te zijn. Het wordt een onderneming die zaken doet en allerhande belangen behartigt.

Offerande en onthechting
In elke liturgie schuilt een offerande. We bieden aan God en aan de mensen iets aan dat ons toebehoort. In de christelijke liturgie echter wordt Hij aangeboden die we hebben ontvangen van God: zijn Zoon. Onze offerande bestaat niet uit het geven van iets, maar uit het geven van onszelf, zoals Christus, 'door Hem en met Hem en in Hem'.
Meer dan de uiterlijke offerande gaat het om de innerlijke: 'Ik smeek jullie, broeders, bij Gods erbarmen: wijd jezelf aan Hem toe als een levende, heilige offergave, die Hij kan aanvaarden. Dat is de geestelijke eredienst die bij je past' (Rm 12,1).
Menselijke liturgie is van ons. Ze komt uit ons voort en hangt af van onze creativiteit. Christelijke liturgie is nooit het bezit van een plaatselijke gemeenschap. Ze behoort aan Christus die haar heeft ingesteld tijdens het Laatste Avondmaal. Ze is universeel, haar kern staat vast. Ze komt tot stand rond een maaltijd - en niet zomaar een maaltijd, namelijk die van het Pasen van de Heer. Als je je meester maakt van de liturgie en haar kern verandert, werkt dat niet bevrijdend voor de gemeenschap. Integendeel, je plaatst haar onder je eigen dictatuur.

Symbolen vragen om geloof
In profane liturgie is iedereen gelijk. Er is wel een podium en een rolverdeling, maar alles speelt zich af binnen eenzelfde kring. Er is geen tegenover ten opzichte van de gemeenschap.
In de christelijke liturgie is er wel een tegenover. Er is namelijk de specifieke rol van de priester binnen de gemeenschap. Hij suggereert het gelaat van Christus, van de Bruidegom tegenover zijn Bruid. Als je in die zin gestalte geeft aan Christus die je mag ontvangen doorheen de priester, maak je door een zichtbare rite iets onzichtbaars duidelijk.
In de christelijke liturgie is het essentiële onzichtbaar. Het wordt in beeld gebracht door symbolen, maar alleen het geloof laat ons toe verder te zien dan het zichtbare, alleen de hoop laat ons toe te rekenen op iets dat we niet in handen hebben, en alleen de liefde laat ons toe God lief te hebben omwille van Hemzelf en de anderen lief te hebben, niet omdat ze beminnenswaard zijn, maar omdat God hen liefheeft.

Een overschrijding
Profane liturgie is edel. Ze wordt gedragen door de spirituele vitaliteit van de mens, door geschiedenis, bewogenheid, waarden en cultuur... Het principe van vitaliteit in de christelijke liturgie is echter de heilige Geest, die ze ons geeft van boven af. We vieren de vitaliteit van God. Toch is er geen stegenstelling tussen profane en christelijke liturgie, maar overschrijding. Je hebt een brug nodig om van de ene naar de andere te raken. Je moet een sprong maken: die van het aanvaarden van de Openbaring, dus van het geloof.
Toch staat ook alles wat behoort tot de christelijke liturgie bloot aan vervorming: heiligen kunnen helden worden, de eucharistie een toneelspel, een voorstelling door mensen waar men het hart uit heeft verwijderd. Als liturgie een autocelebratie wordt, kan ze leiden tot indoctrinatie. Zo wordt ze een heel machtig instrument. Ze kan zelfs een twijfelachtig wapen worden in de handen van leiders.
Als ze aangewend wordt in de goede zin, kan menselijke liturgie de mens doen groeien; als ze ten dienste van het kwaad, van een dictatuur wordt gebruikt, verlaagt ze de mens. Christelijke liturgie als werk van God kan ons alleen maar opheffen, genezen, om ons binnen te brengen in de gemeenschap met Hem.

Godfried kardinaal Danneels,
Aartsbisschop van Mechelen-Brussel

September 2004