De 2de paaszondag staat bekend als Barmhartigheid zondag. In het Heilig jaar 2000 werd dit ingesteld door Johannes Paulus II. De noveen voorafgaand aan deze feestdag start op Goede Vrijdag.
Hiermee is dadelijk de link gelegd hoe Christus zijn barmhartigheid aan ons, zondaars geschonken heeft.

Elk jaar opnieuw horen we op deze zondag het verhaal van de ongelovig – gelovige Thomas. Doordat we het verhaal zo goed kennen gaan we er wellicht wel eens te snel overheen. Toch komt steeds weer de vraag in mij op: ‘Wat heeft Thomas doorleeft in die week tussen de twee verschijningen in? Wat heeft gemaakt dat Hij de stap naar het geloof heeft gezet van de ongelovige naar de gelovige Thomas. Was het enkel het zien van de handen en voeten van Jezus?
Enkele jaren terug maakten we met de familie een rondreis in Normandië.
In een van de kerkjes troffen we een kruisbeeld. Blijkbaar had het zware schade opgelopen tijdens bombardementen en waren de handen van het Christus beeld spoorloos. Toch kreeg het beeld vol eerbied terug een plaats in het kerkje . Een Brits soldaat bracht er volgens onderschrift bij: “Jullie zijn maan handen.”
Mijn eerste reactie was; Jezus zend ons uit om zijn werk verder te zetten; Jezus die al weldoende rondtrok en de mensen over zijn Vader vertelde. Maar toen dacht ik aan het verhaal van Thomas.
“Vrede zij u.” “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen.
Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde
en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.”
Thomas zag de handen en voeten met de wonden er in; en geloofde.
Thomas zag als het ware zijn eigen handen maar verwond.
“Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen”
“Kom hier en zie” hoe ‘ik’-‘Jezus’ uw verwondingen heb gedragen.
Zie hoe mijn handen en voeten en zijde verwond zijn door de verwondingen van de mensen. Mijn handen zijn de handen van Jullie allemaal, van het ganse volk, mijn wonden zijn deze van de hele mensheid. “Onze schuld heeft hij getorst, onze last heeft Hij gedragen.”
Op het kruis heeft Hij de laatste druppel bloed vergoten van de beker van het nieuwe verbond.
Door zijn vinger op de wonden van Jezus te leggen heeft Thomas als het ware ingezien wat Jezus voor hem en heel de mensheid heeft gedaan.
“De dood heeft Hij teniet gedaan, Hij is verrezen.”
‘Vrienden,’ zo kunnen we lezen in de brief van Johannes; ‘iedereen die gelooft dat Jezus de verlosser is, is een kind van God’
Jezus verwoordt het als; ‘Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben‘
Geloven in de verrezen Heer is geloven dat Jezus ondanks onze zonden ieder van ons door de dood heen bij de Vader brengt.
Thomas ziet in de handen en voeten de Goddelijke barmhartigheid, voor ieder die zich oprecht naar Jezus keert. De erkenning van Thomas in zijn uitroep: “mijn Heer en mijn God” is de uitdrukking van hij barmhartigheid nodig heeft van de Heer over leven en dood. Dit geloof, dit vertrouwen geeft Thomas handen en voeten om het geloof in de verrijzenis verder uit te dragen. Inderdaad Gods barmhartigheid is geen eenrichtingsverkeer; is niet zo vrij blijvend. Jezus handen moeten we zijn. Want de maatstaf van de liefde die Johannes in zijn brief is deze van het geloof dat zich uit in de liefde tot de kinderen Gods.
Daartoe zendt Jezus zijn leerlingen uit: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend ik u. Ontvang de H.Geest.” Wees mijn vergevende handen en ga al weldoende rond. Zalig zult ge zijn door het geloof in de verrezen Heer.
Amen.
Reactie plaatsen
Reacties