Bij de derde Paaszondag. “Vrede zij u, Ik ben het zelf”, zegt Jezus:” betast me, raak me aan, zie mijn handen en voeten … hebben jullie iets te eten”
Jezus vindt het belangrijk dat de leerlingen beseffen dat de verrijzenis echt is en niet zomaar een geestelijk verder leven in de gedachten van de mensen. Zijn verrijzenis is totaal, naar lichaam en ziel.
Het is essentieel voor de hoop waarop wij mensen ons oog mogen richten; de verrijzenis naar lichaam en ziel. (zoals we trouwens belijden in het Credo)

Het verhaal van vandaag sluit aan bij het verhaal van de Emmaüsgangers.
Eigenlijk is het de voortzetting van het onderricht dat Jezus aan de 2 mannen gaf. Hij maakte de leerlingen hun geest toegankelijk om de schrift te verstaan. De Wet , de profeten en zelfs de psalmen spreken over het lijden, sterven van de Messias, de redder, de verlosser. Spreken over het feit dat de dood hem niet langer kon vast houden dan de vooraf vastgestelde drie dagen; daarna is Hij verrezen en daarvan moeten jullie getuigen. Te beginnen bij Jeruzalem en de boodschap is bestemd voor alle volkeren. Daarvan moeten jullie getuigen.
Hoe moeten we getuigen? Op de wijze van Petrus (hand 3, 13-15. 17-19)of deze van Johannes (1 Johan. 2, 1-5a) ons voorgesteld in de eerste en tweede lezing.
Wil ons getuigenis waarachtig zijn, dan zal het een samengaan zijn van de twee.
Petrus doet het heel direct zoals Jezus zelf het duidelijk gemaakt heeft aan zijn leerlingen. De feiten kunnen niet geloochend worden: de overheden en het volk hebben Jezus ter dood veroordeeld en gekruisigd. Gelukzalige schuld wordt het genoemd in de Paashymne, hierdoor kon God zijn grote liefde bewijzen en Hem doen opstaan … daarvan zijn wij de getuigen. En Petrus zal dit trachten te verklaren door het volk er op te wijzen dat God dit reeds lang van te voren had aangekondigd bij monde van zijn Profeten.
Gelukzalig schuld… Want hierdoor hebben we vergeving van zonden verkregen. Johannes wil zijn leerlingen aanzetten het goede te doen en niet te zondigen. Maar … zegt hij, zijt niet teleurgesteld als het niet dadelijk lukt. De geheel zondeloze is naar de wereld gekomen … om het goed te maken. Niet voor ons volgelingen en leerlingen van Jezus alleen maar voor heel de wereld.
Johannes houdt ons voor dat ons getuigenis oprecht zou zijn. Als we willen getuigen dat we God kennen, moet zich dat uiten in de liefde. De liefde tot God door zijn geboden te onderhouden is ook een liefde tot de mensen.
We zouden kunnen stellen dat de oproep van Johannes een oproep tot bekering is. Ons getuigenis moet er een zijn die ingrijpt in onszelf. Hiervoor hebben we de H.Geest nodig. Hiervoor hebben we hulp nodig evenals Petrus hulp nodig had om de zogenaamd veilige ruimte van zijn eigen kleinheid te verlaten, om de enge opgeslotenheid van zijn angst, van zijn verdriet, van zijn ongeloof open te gooien voor een getuigenis van de verrezen Heer. Een getuigenis van hoop dat ook wij mogen delen in de verrijzenis kracht die Jezus heeft doen opstaan.
De paastijd is de vreugdevolle tijd om de verrijzenis van Jezus, maar het is ook een verwachtende tijd dat de H.Geest ons mag helpen, door de vruchten van bekering in ons te doen rijpen. Het is de Geest die de eeuwige actualiteit van sterven en verrijzen, van de gestorven en verrezen Christus in ons leven waar maakt.
Stilaan mogen we uitkijken naar de komst van de Geest met Pinksteren.