De herfst laat zich vandaag van zijn mooiste kant zien. Het is nog warm wel wat winderig die de laatste bladeren van de bomen rukken. Voor hen die het kunnen, even een wandeling langs de begraafplaatsen die nu proper verzorgt er toch enigszins verlaten bij liggen. De rust en de stilte brengt weemoed in het hart en doet ons terugdenken aan hen die van ons zijn heengegaan. Ieder van ons heeft wel iemand verloren die hem dierbaar was. Een Grootouder, een oom of tante, een Vader, een moeder, een partner. Op de eerste plaatst iemand die een leegte achterlaat in ons leven.

Dit kan ik zeker niet tegen spreken.
De pijn die we voelen om een geliefde waar we afscheid hebben moeten van nemen, snijdt diep in ons hart. En waarschijnlijk dit jaar nog meer want er raast een pandemie zonder weerga door het land. Velen zijn door het lijden alleen moeten gaan, met slecht enkele verzorgenden die hen konden bijstaan in dat moeilijke moment van leven dat we de dood noemen.
De pijn om het verlies werd versterkt door de afstand die was ontstaan. Zowel de overledenen als wijzelf moesten in een gevoel van eenzaamheid de kloof van de dood overbruggen.
Gelukkig kunnen we terugvallen op feiten uit het verleden waar mensen houvast zochten op momenten dat ze geen vat hadden op leven en dood.
Reeds in het oude testament in het tweede boek van Makkabeeën lezen we het verhaal van de gevolgen van oorlog en geweld. Velen hebben de dood ontmoet op een moment ver verwijdert van familie en vrienden, op het strijdveld van het leven.
“In die dagen hield de edele legeraanvoerder, Judas na de strijd een geldinzameling onder de soldaten. Hij zond dat geld naar Jeruzalem om voor de zonden van de overledenen een offer op te dragen. De gedachte aan de verrijzenis had hem tot deze mooie en edele daad aangezet. Want, als hij niet geloofde dat de gesneuvelden zouden verrijzen, dan was het een nutteloze daad geweest en had het geen zin voor de doden te bidden. Maar hij was bedacht op de heerlijke beloning die gereed ligt voor allen die voor God ontzag hebben. Daarom liet hij dit zoenoffer opdragen om voor de overledenen vergeving van hun zonden te bekomen. “
De legeraanvoerder in dit oudtestamentische verhaal is zich bewust van de pijn en het verdriet dat de oorlog veroorzaakt heeft. Door zijn inzameling voor een zoenoffer vraagt hij om voor de overledenen te bidden. En dit omdat hij rotsvast geloofd dat de dood niet het einde is. Dat God, een God van levenden is, dat allen geroepen zijn om te verrijzen.
Wat is de kern van Allerzielen en ons de draagwijdte van ons gebed gebed op deze dag? Het geloof dat de dood niet het laatste is, maar de verrijzenis. Dat door ons geloof er hoop is op een vrede zonder einde, zonder pijn. En dat wij allen daartoe geroepen zijn.
En God weet dat we niet volmaakt zijn, dat er misschien dingen gebeurd zijn die we beter anders hadden aangepakt. En daarom willen we hier ook bidden om vergeving en verzoening opdat de eenheid in de liefde hersteld kan worden.
Neemt dit de pijn en het verdriet weg uit ons hart?
Zeker niet. maar het helpt ons om niet terneergeslagen bij de pakken te blijven zitten. Het geloof in de verrijzenis helpt ons het kruis van het leven (zonder onze geliefden) verder te dragen.
Ook Jezus weende bij het verlies van zijn vriend Lazarus. Ook Jezus bad in doodsangst de nacht voor Hij zou gekruisigd worden.
En toch heeft hij de kruisweg gegaan ten leven. Inderdaad opdat wij allen zouden leven en wel in eeuwigheid. Moge de woorden uit het evangelie ieder van jullie sterken in de pijn en het verlies van een geliefde.
" Na het laatste avondmaal ging Jezus met zijn leerlingen naar buiten.
Hij begaf zich volgens zijn gewoonte naar de 0lijfberg.
Toen zij daar aankwamen, zei Jezus tot hen. Bidt, dat gij niet op de bekoring ingaat. Dan ging Jezus wat verder, wierp zich op de knieën en bad: "Vader, als het mogelijk is, laat dit lijden aan Mij voorbijgaan. Maar toch, niet mijn wil maar uw wil geschiede." (Lc. 22, 39-42)