
Betekenis van Advent:
“Het woord 'advent' is afgeleid van het Latijn: adventus (=komst, er aan komen) en advenire (= naartoe komen).
Letterlijk betekent ‘Advent’ dus zoveel als ‘God komt naar ons toe’.
Beweging in de liturgie.
De liturgie van het kerkelijk jaar is geen cyclische beweging, een ronddraaiend wiel dat steeds weer doordraait en een zelfde parcours aflegt. Advent-Kerst-Veertigdagentijd-Pasen-Pinksteren… Christus Koning en dan opnieuw…. Het kan de indruk wekken van een steeds herhalen van een zelfde logaritme, maar dat is het niet. De voortschrijdende beweging van de liturgie, met zijn sterke momenten, is één van verleden over heden naar toekomst. Daar verwijzen ook de tekens op de paaskaars naar. De alfa (α) verwijst naar het begin (het verleden), het jaartal (2020) naar het nu (het heden) en de Omega (Ω) naar de voltooiing (de toekomst).
Dit kan men toepassen op elk moment van het kerkelijk jaar. Maar zeker ook op elk moment van ieders eigen bestaan, op het leven dus, op ons eigen leven.
De Alpha van de advent.
God komt naar ons toe. Hij staat aan het begin van alles. Het lied “alles begon met God” (ZJ 822) brengt dit mooi tot uiting. Alles wat God goed heeft voorzien, staat in het teken van de liefde. Water, licht en vuur zijn de natuurlijke elementen die de mens de kracht geeft om iets op te bouwen. Maar alles begon met God. In de mooie, soms wispelturige schepping heeft God zich voor het eerst kenbaar gemaakt aan de mens. En in heel de geschiedenis van het oude testamant groeit steeds meer het verlangen om die God te ontmoeten. Op de eerste zondag van de advent horen we de Profeet Jesaja in zijn gebed tot God uitroepen: “Scheur toch de hemel open en daal af” En inderdaad, nadat God op talrijke wijzen zich heeft geopenbaard door de profeten, heeft hij zijn Zoon naar de wereld gezonden. Nu reeds meer dan 2000 jaar geleden Is God op de roepstem van Jesaja ingegaan en is Hij om zijn liefde voor de mens willen geboren worden uit Maria. Een smeekgebed uit het verleden wordt een verwachting. Na de aankondiging door de engel (25 maart) groeit stillaan het verlangen om Hem te zien. Te zien met het verlangen van een moeder die uitkijkt naar haar eerstgeborene. Zij wil haar kind zien met ogen vol verwondering, met handen vol tederheid en zorg, met heel haar lichaam en met heel haar ‘zijn’ kijkt ze uit naar de komst van Hem die haar geschapen heeft. Het is God die het initiatief heeft genomen, het is een gebaar van liefde om tegemoet te komen aan de nood die de mens neer drukt zoals Jesaja het verwoord: “ maar wij volharden in het kwaad:
hoe zouden wij ooit redding kunnen vinden?”
Deze verwachting wordt ingelost door de geboorte van Jezus in de tijd, bij de geboorte op kerstmis. Hiervan zijn de eerste getuigen Maria, Jozef, de herders en de wijzen.
Het heden van de advent
In de advent is er een derde figuur die aan bod komt, naast Jesaja en Maria. Een figuur die tot de verbeelding spreekt door zijn levenswijze, kledij, eetgewoontes. Zijn optreden kan men zeker niet alledaags noemen en zijn boodschap is niet direct één om hoge scores te behalen op de populariteitscurve. Hij roept op om de comfortzone van de vastgeroeste gewoontes te verlaten. Niet zomaar omdat dit goed is voor de portemonnee of om de lichamelijke condities, maar uit verwachtingsovertuiging. Er staat iets te gebeuren! “Na mij komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de heilige Geest.”
Ook hier komen de zo belangrijke natuurelementen naar boven en krijgen een nieuw invulling. Het doopsel met water ondersteund en bekrachtigd de wil tot ommekeer. Het is zich heroriënteren naar iemand die nog komen moet. Het schept ruimte tot verwachting. Het doopsel leidt tot het licht van het geloof dat er werkelijk ‘iemand’ komt die sterker is dan Johannes.
Van Jezus zal gezegd worden dat Hij het licht van de wereld is, het licht dat de duisternis verdrijft en leven schenkt en wel in overvloed. Het is ook uitkijken, nu reeds, naar het vuur van de geest. De Geest van Pinksteren, die door het licht der wereld wordt beloofd. Water licht en vuur. Advent is verwachten dat Jezus ook in ons hart een warm welkom mag ontvangen. Komen doet Hij, dat werd ons reeds toegezegd, en Zijn belofte maakt Hij waar. Maar zal Hij de harten van de mens bereidt zien Hem te ontvangen?
Kerstmis in 2020 zal niet in mineur verlopen omdat Corona ons dwingt in onze huizen te blijven. Kerstmis zal niet een teleurstelling zijn omdat de kerstmarkten misschien niet of in afgeslankte vorm mogen georganiseerd worden. Kerstmis of het feest van ‘Immanuel’, ‘God met ons’, zal steeds zo groots zijn als ons hart Hem toelaat die zich aan ons wil openbaren. Dat is verwachting of advent in het heden.
De Omega of advent van de toekomende.
Dat advent te maken heeft met de komst van het kerstekind in ieders hart dan heeft het zeker te maken met de wederkomst van de Messias. Inderdaad op het einde der tijden. maar even zeer op het einde van het tijdelijk voor ieder van ons. Ieder op zijn tijd mag de komst van de gezalfde verwachten.
Het moment van voltooiing, wanneer schepper en schepsel opgaan in de liefde, het moment van eenwording, wanneer beeld en beeldhouwer versmelten in elkaar. En ook hier weer verzinnebeelden de natuurelementen van water, licht en vuur de sterke momenten die de verwachting in de mens doen groeien naar werkelijke ontmoeting.
Door het doopsel in christus worden wij kinderen van God, erfgenamen van de belofte. Christus heeft zich daadwerkelijk geopenbaard in zijn aanwezig komen op kerstmis opdat het licht van het geloof in ons zou kunnen groeien en de geest die we mochten ontvangen in ons vormsel schenkt ons alles wat we nodig hebben om die verwachting een kans te geven. De lezing van Sint Paulus op de derde zondag drukt het heel goed uit. “Dankt God voor alles. Dit is wat God van u verlangt in Christus Jezus. Blust de Geest niet uit: kleineert de profetische gaven niet, keurt alles, behoudt het goede. Houdt u verre van alle soort van kwaad. De God van de vrede, Hij moge u heiligen, geheel en al. Heel uw wezen: geest, ziel en lichaam, moge ongerept bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Die u roept is getrouw: Hij zal zijn woord gestand doen.”(1Tes 5,16-24) De komst waarvan Paulus spreekt is niet deze van kerstmis, deze was reeds achter de rug. Paulus spreekt van de wederkomst waar God zich zal openbaren in heel zijn volheid.
Een advent vol verwachting.
“Ik wil jubelen en juichen in de Heer. Mijn ziel wil zich verheugen in mijn God, want Hij heeft Mij bekleed met het kleed des heils en Mij de mantel der gerechtigheid omgehangen, als een bruidegom, die zich het hoofd feestelijk omhult of als een bruid, die zich met haar sieraden tooit.” (Jes.61,10) Advent is verwachten, een hoopvol uitkijken naar iemand die een diepe vreugde zal schenken. In de bijbel wordt hiervoor vaak het beeld gebruikt van bruid en bruidegom. Het verlangen naar elkaar groeit dag na dag. Het is steeds weer vol verwachting uitkijken naar het moment dat je elkaar mag in de armen sluiten.
Ondanks de coronamaatregelen wens ik jullie dit toe, dat je allen zonder onderscheid, het kerstekind in een innige omhelzing moogt ontvangen.
Laat ons vol verwachting naar Hem uitkijken.
Reactie plaatsen
Reacties