Troost, troost toch mijn stad.

Gepubliceerd op 5 december 2020 om 16:40

“Troost, Troost toch mijn stad” . De boodschap die doorklinkt tijdens de advent is een vreugdevolle boodschap. Hoewel Johannes oproept tot bekering, tot ommekeer is dit totaal geen neerdrukkende boodschap, deze is geen boodschap van ‘in zak en as zitten’. Neen de tijd van boete en straf is voorbij, er staat iets geweldigs te gebeuren. Maak de baan klaar opdat de Heer kan binnen treden.

Als er een grootste parade te gebeuren staat in een stad, dan werd als het ware een stuk van de stad heraangelegd. Met een ware triomfboog en grote laan zodat iedereen de heerlijkheid kan aanschouwen. Het lijkt er wel een beetje op. De bode wordt voor uitgezonden om de weg te effenen en met grote vreugde aan te kondigen dat niet minder dan God zelf op komst is. “Roep tot de steden uw God is op komst”. Het stemt ons tot vreugde. Maar zal m’n bij zijn komst de Heer herkennen? Zal men in de komst van een kleine baby geboren in een stal en slapend in een kribbe, zal men daarin de Zoon van God herkennen. Dat is de grote vraag met kerst: kan ieder voor zich , maar ook als gemeenschap, de folklore van kerstmis, hoe mooi en sfeervol deze ook is, doorprikken, en het werkelijke vreugdevolle gebeuren doorgronden. Het is immers de Zoon van God die komt. Niet de eerste beste minister die vergeet eer te brengen aan God door hem te herkennen als levensnoodzakelijk. Ja: levensnoodzakelijk, ook in coronatijd, of juist in coronatijd.
De Heer roept op om te getuigen met vreugde dat God werkelijk de mensen tegemoet komt als een goede herder. Hij komt om te troosten, bij te staan, te genezen,. Het is hartverwarmend dat te beseffen. En hoewel ik niet waardig ben zijn schoeisel los te maken, toch verheug ik mij hem eens in heerlijkheid te zullen ontmoeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.