Het jaar is moe, het jaar is oud
De dagen zijn zo kort, zo koud
En lang, zo lang de nachten
Het is of heel de natuur
Op 't klokgebeier van twaalf uur
Al roerloos licht te wachten
Te wachten op de laatste dag
van 't jaar, op d' allerlaatste slag
Die galmt uit de hoge toren
En ons vertellen wil, naar 't scheen
Het jaar was oud, het jaar ging heen
Een nieuw jaar is geboren
Ik sta voor 't raam en kijk op straat
Ik zie een oude man die gaat
Met schuifelende schreden
Het is voor mij het oude jaar
Dat langzaam wegvlied en ik staar
Naar beelden uit het verleden
De dagen droef ,de dagen blij
Ze trekken in een lange rij
Voorbij in mijn gedachten
't Is haast voorbij het oude jaar
En ach, hoe weinig bracht het maar
Van al wat wij verwachtten.
We confereerden met elkaar
Opdat iedereen toch maar
In vree zou kunnen leven
Wij wilden helpen, hand in hand
Om aan het uitgehongerd land
Weer voedsel te gaan geven
Maar door de lucht klinkt nog gebrom
van vliegtuigen er valt een bom
Verwoestend wat daar leeft
En in de stilte van de nacht
Huilt nog een kindje, klagend zacht
Omdat het honger heeft
Veel is beloofd, veel is gezegd
Maar ach hoe weinig kwam terecht
Van alle woorden, wensen
Dan is 't of 't jaar plots voor mij staat
En zachtjes tot mij spreken gaat:
Verwacht het niet van mensen
Want wie op mensenwoord vertrouwt
Die heeft zijn huis op zand gebouwd
Dan scheurt een storm de muren
Maar bouwt g' uw huis op 't woord uws Gods
Dan staat het vast als op een rots
En 't zal de storm verduren
Dan blijven wel op aard 'altijd
De twijfel, vrees de moeite en strijd
En duizend, duizend vragen.
Maar voor wie 't al van God verwacht
Zal na het donker van de nacht
Toch weer de morgen dagen
En zegt de klok ons strakjes luidt
Het jaar is om het jaar is uit
Door twaalf sonore slagen
Dan zal des Heren trouwe hand
Die hemel, aard en zee omspant
Ons leven verder dragen.
Reactie plaatsen
Reacties